Spanningsregulatie in de behandeling van burn-out, een exploratief onderzoek

Spanningsregulatie in de behandeling van burn-out

De termen overspanning en burn-out worden vaak gebruikt als verwijsreden voor behandeling in de eerste lijn, maar missen een exacte definitie. De recente richtlijn ‘Overspanning en burn-out’ schept duidelijkheid voor de eerstelijns-professionals. Huisartsen, psychologen en bedrijfsartsen zijn het eens dat ‘het ontstaan van overspanning en burn-out begint met “stress”.

Stressoren zijn omstandigheden of gebeurtenissen die gepercipieerd worden als bedreigend voor het psychosociale evenwicht (…) Als de stresshantering tekort- schiet om het evenwicht te herstellen (falende coping) (…) dan neemt de distress flink toe en ver- stoort het (sociale) functioneren’. Vanuit deze visie ontstaan overspanning en burn-out als gevolg van een moeilijk hanteerbare overbelasting. De rationele behandeling is het leren hanteren van de stressoren. De enige effectief bewezen behandeling van burn-out is cognitieve gedragstherapie.

‘Ontspannen bewegen’

De laatste jaren zijn er studies waarin de interventie op de spanning zelf gericht is. De interventie bestaat uit oefeningen voor houding en beweging, gekoppeld aan de aandacht en de ademhaling. ‘Ontspannen bewegen’ omvat meer dan de gebruikelijke ontspanningsoefeningen, zoals spierontspanning en zelfsuggestieve methodes. Het vergt inzet, dagelijks oefenen en is een praktijk waarbij beweging gebruikt wordt om het ademen te regelen en de aandacht uit het piekeren naar het lichaamsgevoel te verleggen. Bewegingen zijn klein en makkelijk, maar toch een activiteit en dat sluit goed aan bij de behoefte van mensen om iets te doen, juist als de spanning hoog is.

Patiënten met hoge spanning zijn vaak te onrustig om stil te zitten of te liggen en zich te concentreren. Het advies ‘rust’ te zoeken blijft leeg, maar zou op deze wijze geconcretiseerd kunnen worden. Deze oefenvormen zijn deels afkomstig uit oosterse methodes zoals tai chi, qi gong en yoga, en worden bijvoorbeeld toegepast bij COPD, ziekte van Parkinson en fibromyalgie. Het gebruik van beweging om spanning te leren regelen heeft ook een westerse historie, zoals in de methodes van Alexander, Feldenkrais en Fuchs.

Typisch voor deze benaderingen is dat ze vrij complex in het aanleren en uitvoeren zijn, langdurige toepassing vragen en zowel het psychisch als fysiek functioneren kunnen beïnvloeden. De genoemde effectstudies onderzoeken veelal vereenvoudigde vormen, maar ze blijven multimodaal en complexer ten opzichte van gebruikelijke ontspanningsoefeningen. We gebruiken daarom liever de naam spanningsregulatie.

Methode van spanningsregulatie

De methode van spanningsregulatie, onderzocht in dit artikel, is ook complex en multimodaal, maar de instructies zijn nieuw ontworpen en op een toegankelijke wijze samengesteld uit beweging, aandacht en ademhaling, in allerlei vormen en combinaties. Kenmerkend is echter dat het procesgericht is, dat wil zeggen de behandelaar kiest uit een groot repertoire, zonder vaste volgorde, en zoekt samen met de patiënt technieken die voor het individu haalbaar en effectief zijn in het regelen van de spanning in het dagelijks leven.

Zodra dit gevonden is en zinvol gebleken, wordt de behandeling gespreid in de tijd en tijdig gestopt. Het aantal sessies is daardoor individueel variabel en beperkt. Bij hartpatiënten bijvoorbeeld blijken zes individuele sessies te volstaan om fysieke, psychische en sociale effecten te sorteren, en zelfs de langetermijntoestand te beïnvloeden.

Een ander kenmerk van procesgericht behandelen is dat de behandelaar een open oog houdt voor de context. Het gaat niet alleen om het aanleren van enkele technieken, maar ook om de omstandigheden waaronder toepassing haalbaar en zinvol is. De behandeling is daarmee een soort screening op de aanwezigheid van spanningsbronnen (stressoren) die in de loop van de therapie het ontspannen blijken tegen te werken of zelfs te blokkeren. De perceptie van stressoren verandert, wanneer het individu rustiger is en meer ontspannen en dus wordt herhaaldelijk geëvalueerd of een stressor werkelijk blokkerend is.

Vraagstelling onderzoek

De vraagstelling van deze exploratieve studie is:

  1. Bij hoeveel patiënten met burn-out blijken tijdens de behandeling stressoren aanwezig te zijn die het zich kunnen ontspannen tegenwerken?
  2. In welke mate verbeteren spanningsverschijnselen en klachten voor degenen zonder en met blokkerende stressoren?

Dit artikel is geschreven en gepublicerd door Jan van Dixhoorn (arts, onderzoeker en grondlegger Methode Van Dixhhoorn). Klik op de onderstaande button om het gehele artikel te lezen.